Hoe kunt u uw eigen bijdrage voor de zorg verlagen?
Per 1 januari 2015 heeft een grote verandering in de zorg plaatsgevonden die financiële gevolgen voor u kan hebben hebben. De maatschappij verandert van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. Waar u vroeger een geringe eigen bijdrage betaalde voor de zorg, is inmiddels sprake van een eigen bijdrage naar rato van inkomen en vermogen. Dit geldt voor zowel de Wet langdurige zorg (de Wlz) als voor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (de Wmo 2015).
De eigen bijdrage – zowel voor Wlz-zorg als voor Wmo 2015-zorg - wordt berekend op basis van het belastbare inkomen voor de inkomstenbelasting vermeerderd met 8% van het vermogen dat in box 3 wordt belast, zoals spaargeld, een vakantiewoning en beleggingen. Deze eigen bijdrage is gebaseerd op het inkomen en vermogen dat u had twee jaar voor opname in de Wlz-instelling (zoals verpleeghuis) of het jaar waarin u ondersteuning van de gemeente vraagt.
Ook voor mensen die op dit moment niet in een verpleeghuis wonen en nog geen zorg thuis ontvangen, kan het dus van belang zijn om nu al over dit onderwerp na te denken. U kunt dus nu al actie ondernemen om te voorkomen dat u in de toekomst een hoge eigen bijdrage betaalt!
Uw eigen bijdrage rust op twee pijlers: uw belastbaar inkomen en uw belastbaar box 3-vermogen. Uw inkomen (zoals de AOW-uitkering en uw pensioen) zult u niet willen verlagen. Dan blijft over uw belastbare box 3-vermogen. Door dit vermogen te verlagen, neemt de 12%-bijtelling af. Er zijn verschillende manieren om uw belastbaar vermogen in box 3 te verlagen.
Vrijgesteld beleggen in box 3:
In box 3 wordt 30% inkomstenbelasting geheven over een denkbeeldige opbrengst van 4% over het saldo van uw bezittingen minus schulden. Niet alle bezittingen tellen mee in box 3. Zo zit de woning waarin u woont in box 1, en dus niet in box 3! En box 3 kent vrijstellingen, zoals voor kunst, een boot, sieraden en (voorlopig ook nog) voor groene beleggingen. Denk dus eens na of u uw belastbaar vermogen in box 3 wilt omzetten in vrijgesteld vermogen.
2. Schenken aan (klein)kinderen of andere dierbaren
Een effectieve manier om uw belastbaar box 3-vermogen te verlagen is geld te schenken aan uw (klein)kinderen. Tot een bepaald bedrag is een schenking vrijgesteld van schenkbelasting. Het geld verdwijnt van uw rekening en daarmee wordt uw vermogen verkleind. Wij kunnen bovendien voor u regelen dat een schenking die alleen voor uw kind/kleinkind bestemd is, niet bij de echtgenoot/partner van uw kind/kleinkind terechtkomt.
3. Schenken op papier
Als u geen liquiditeiten heeft om daadwerkelijk geld te schenken, bijvoorbeeld omdat uw vermogen vast zit in een woning, kunt u overwegen om op papier te schenken. Zo krijgt u een schuld aan uw kinderen die uw vermogen verlaagt, zonder dat u daadwerkelijk geld heeft overgemaakt. Uw kinderen krijgen door de schenking een vordering op u, waarover zij belasting in box 3 moeten betalen.
Tip voor het besparen van erfbelasting: De schenking op papier verkleint alleen uw (toekomstige) nalatenschap, als u jaarlijks daadwerkelijk ten minste 6% rente over het op papier geschonken bedrag aan uw kinderen betaalt.
4. Erfdelen van de kinderen uitbetalen
Als u weduwe of weduwnaar bent, dan hebben uw kinderen waarschijnlijk een vordering ter grootte van hun erfdeel op u uit de nalatenschap van uw overleden echtgeno(o)te. Meestal tellen deze schulden niet mee als schuld in box 3. Als u de erfdelen aan uw kinderen uitbetaalt, verlaagt u daarmee uw vermogen in box 3.
Let op: uitbetaling van de erfdelen aan uw kinderen vereist deskundig advies om fiscaal ongewenste gevolgen te voorkomen. Neem daarom contact met ons op voordat u overgaat tot uitbetaling.
5. Clausules in uw testament aanpassen
Laat uw testament controleren! U kunt in het testament opnemen dat de kinderen hun erfdeel kunnen opeisen wanneer de langstlevende ouder wordt opgenomen in een Wlz-instelling. Ook hierdoor wordt in de toekomst uw vermogen in box 3 verkleind.
Graag informeren wij u vrijblijvend over alle mogelijkheden om uw (toekomstige) eigen bijdrage voor de zorg laag te houden.